Golf van Biskaye

Posted by on Aug 15, 2012 in Logboek | 0 comments

Golf van Biskaye

En dan wordt het zondagnacht 03:00 uur. Eindelijk zijn de weerberichten gunstig. Vandaag is vertrekdag, we hebben lang genoeg gewacht. We nemen de ‘Raz de Sein’, een smalle doorgang tussen Bretagne en het eiland Il du Sein. Als we het goed timen kunnen we veel voordeel halen uit de stroming hier tussen door. Een kleine rekensom leert ons dat we om 3.00 uur s ’nachts zullen vertrekken. Pffff, dat is een lekker begin. De kids gaan lekker slapen maar wij hebben er meer moeite mee. Om drie uur vertrekken drie Nederlandse boten voor hun oversteek van de Golf van Biskaye. Het eerste stuk van Brest tot de Raz, stroming tegen en we doen er toch al snel motorzeilend 4 uur over. Als het licht is kunnen we zeil bijzetten en vliegen we met 8 tot 10 knopen de ‘Raz du Sein’ door. De beloofde westen wind is er nog niet, het is een zuidwesten wind geworden. Ach, denken we nog, die komt wel als we de kaap wat verder achter ons laten.

Scherp aan de wind varen we heerlijk weg, met achter ons aan de Waltzing Mathilda en de Zeemuis. En dan spotten we dolfijnen!! Eerst een paar, en later meer, ca. 15 dolfijnen spelen met onze boot. De hele bemanning gaat uit zijn dak. Wat een geweldig tafereel. Links, rechts, voor de boot, overal dolfijnen. We maken foto’s en filmpjes maar zijn vooral onder de indruk. We roepen de Waltzing Mathilda op via de marifoon en zij hebben ook dolfijnen! Zeker 15 minuten volgen ze ons, en elke keer dat er een boven komt schreeuwen de meiden het uit, daar! daar! daar! De dag kan niet meer stuk. De westenwind is er nog steeds niet dus de koers gaat naar het midden van de golf, richting San Sebastian en dat is niet helemaal de goede kant op. We weten dat over een dag een windstilte zal komen, er daarna zal er oostenwind zijn en daarmee kunnen we hoe dan ook La Coruna wel halen maar het is wel behoorlijk wat zeemijlen om. De Zeemuis raakt uit het zicht, en kunnen we hen niet meer oproepen, de Waltzing Mathilda zit er precies tussen in en kan nog als communicatie post fungeren maar dat is ook snel over. Het leven aan boord is ondertussen niet erg prettig. Hoewel er weinig golfslag is, varen we scherp aan de wind en dat betekent dat we schuin liggen. De meisjes zijn wat drollerig en liggen veel op de bank, maar zijn super lief. Ze vervelen zich wel een beetje, maar wanneer er dolfijnen zijn, kunnen ze er weer even tegen, daarnaast een luisterverhaal of een dutje.

We testen onze nieuwe windvaan, de Hydrovane. Even goed nadenken, palletje er uit, windblad richten, aan het koortje trekken – het is een tweedehandsje en er zat geen handleiding bij – en dan zou hij het nu moeten doen. Autopilot uit (de elektrische) en wachten. Ja hoor, in één keer goed! Wow, dat is een gaaf ding, gebruikt geen stroom, maakt (bijna) geen geluid, en functioneert. We zijn er erg blij mee, want als deze het goed gaat doen hebben we een goede back-up van de elektrische stuurautomaat, en tevens een reserve roer. Niet dat we daar zorgen over hebben, maar alles kan kapot, en je wilt niet graag midden op de Atlantic er achter komen dat je nog twee weken met de hand moet sturen.

De eerste dag leggen we 139 mijl af en dat is super snel! We verdelen de wachten (om de drie uur) en maken ons klaar voor de nacht. Midden op de Golf komen we een grote groep vissers tegen, die elkaar letterlijk de vissen achter net  weghalen. Ze zijn mijlen van huis en willen dan per se zo dicht bij elkaar vissen. We denken dat het met de diepte van de zee te maken heeft maar het blijft vreemd. En ze doen ook vreemd. Het zijn onaangepaste, bijna autistische zeevaarders die je volledig in verwarring brengen. Soms varen ze recht op je af om dan op het laatste moment om te keren, soms zigzaggen ze uren voor je langs, om vervolgens op steenworp afstand voor je langs scheuren, ons in verwarring achterlatend of hij nu wel of niet een sleepnet voor onze boeg heeft getrokken. Gelukkig blijven ze lekker dicht bij elkaar dus op een gegeven moment laten we de laatste achter ons en keer de rust terug aan boord (midden in de nacht). Na een nacht met weinig wind komt in de loop van de middag de beloofde oostenwind, en hoe. Eerst nog rustig, zonder noemenswaardige golfslag maar binnen een paar uur 20 tot 25 knopen (eigenlijk een heerlijke wind), met dusdanige golfslag, dus stevige rollers. Eerst varen we nog recht voor de wind, precies richting La Coruna, maar als de wind toeneemt is dat niet meer prettig en besluiten de wind ‘af te kruisen’. We vinden een prettigere koers, die eigenlijk haaks op de wind is, maar vooral lekker loopt door de golven. In de nacht lopen we met een rif 8 knopen en dat is hard voor onze boot. Het afkruisen geven we op, de bemanning is er wel klaar mee. Suzanne piekert zo veel dat haar nachtrust erbij inschiet en de eerste verschijnselen van zeeziekte steken de kop op, zodat ze bijna blij is wanneer ze naar buiten mag, met al haar schaapjes binnen op het droge. Zelf ben ik ook katerig, gelukkig doen de kids het geweldig! We besluiten deze koers aan te houden en bij Gijon binnen te lopen. Dan zien we morgen wel weer verder… Na 328 mijl, waarvan 11 uur motor(zeilend), lopen we Gijon binnen. Moe, maar voldaan laten we ons verrassen door de warmte en de zon. Op zee was daar nog weinig van te merken maar in de haven, zo rond het middag uur is het bloed heet, en we moeten echt even wennen. Ik neem de meiden mee voor een welverdiend ijsje op de kade, en Suz valt in een korte coma-slaap. Alle (gezonde)spanning en zeeziekte verschijnselen kunnen we achter ons laten, en dan slaat de moeheid toe. Lekker.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *